Thema: Ik stuur je een kaartje, week 7

Barendine Punt is leerkracht van groep 1/2 op basisschool Koningin Beatrix in Ouddorp. Zij doet verslag van het thema ‘Ik stuur je een kaartje’. Dit is haar zevende en laatste bericht over dit thema. Janneke Hagenaar werkt als nascholer bij De Activiteit. Janneke reageert op de beschrijvingen van Barendine.

Week 7: Wat is de winst?

Aan het einde van ons thema “Ik stuur je een kaartje” gekomen gaan we eens kijken wat er te tellen valt in de lade van onze magic kassa.

Bij de evaluatie gebruik ik een aantal instrumenten:

  1. Evaluatie thema.
    In het activiteitenboek van HOREB staat een formulier ‘evaluatie thema’. Hierin kan ik reflecteren op inhouden, betekenissen van de kinderen en de doelen. Het 2e deel van dit formulier gaat over de vraag “Wat neem je mee naar het volgende thema?” Inhouden, doelen, activiteitenaanbod, leeromgeving/materialen&middelen, eigen rol en andere voornemens kan ik hierin kwijt.
  2. De doelencirkel.
    De binnenste cirkel stond centraal dit thema. Het is fijn om van de ouders terug te krijgen dat de kinderen met veel plezier naar school komen. Het samen spelen & samen werken en communiceren& taal blijven aandachtspunten in het komende thema.
  3. Het groepsplan.
    Aan de hand van de observatiemodellen evalueer ik de doelen uit het groepsplan. Het is een rijk thema geweest waarop de meeste ontwikkelingsgebieden veel te doen is geweest. Behalve het onderdeel constructie. En een aantal specifieke vaardigheden die onvoldoende aanbod zijn geweest: sociale gespreksvaardigheid, schrijven in spel, inzicht in de volgorde van getallen.
  4. Het kinderdagboek.
    In het kinderdagboek kijk ik op kindniveau welke doelen behaald zijn en waar de komende periode extra aandacht voor nodig is. Ontwikkelmomenten leg ik steeds vaker vast door een foto toe te voegen bij de betreffende evaluatie van een logboekactiviteit in het kinderdagboek. Zo ontstaat een eenvoudige vorm van het kindportfolio. En kan ik steeds meer ontwikkelverhaaltjes leren zien en laten zien! Aan de ouders van de kinderen tijdens de contactavond en andere oudergesprekken.

Een mooie afsluiting.
Deze week werd er op school post bezorgd voor één van de kinderen uit de klas. Wat een verrassing!! Als startactiviteit hebben we een kaart gemaakt en gepost. En nu krijgen we post terug! Dat leverde mooie beelden op.

Ha Barendine,

Daar hebben we alweer week zeven, ik zal je berichten missen en ik denk de lezers van het blog ook!

De instrumenten uit HOREB helpen om deze werkperiode in beeld te brengen. Het gaat om de thema-inhouden en de opbrengst voor kind- groep- leerkracht. Ik pak je evaluatieformulier HOREB erbij.

Inhouden. Welke thema-inhouden zijn goed uit de verf gekomen en welke minder?

Barendine: De binnenste cirkel: de kinderen voelen zich vrij, zijn nieuwsgierig en hebben zelfvertrouwen opgebouwd in dit thema.

Janneke: Dit is een bedoeling en geen thema-inhoud. Ik denk dat het helpt als je de matrix invult aan het begin van een thema- ik weet niet zeker of je dat deed.

Barendine: De weg van de post laten de kinderen globaal in het spel zien.

Janneke: Dit is wel een thema-inhoud, maar er zitten nog meer inhouden in. Bijvoorbeeld het schijven op papier- hoe schijf ik een kaartje- aan wie- hoe koop je een kaart- het bezorgen. Hoe zit het met de postzegels- hoeveel? En de soorten kaarten waar je het thema mee startte en mee afsluit- voor elke gelegenheid is er wel kaart. Dan ga je kijken met welke van deze inhouden uit de matrix hebben de kinderen kennis meegemaakt. Zo weten de kinderen nu heel goed wat een kaart is, waar je naam schrijft, waar het adres. Het principe van betalen zit er al een beetje in- dat heb ik in je eerder blogs gelezen- betalen en weer iets teruggeven. Dat betalen is overigens een inhoud die nog verder moet ontwikkelen in het rollenspel- het handelen en manipuleren met geld is heel betekenisvol , gewoon vervolgen. Ze hebben wel geleerd betalen hoort er altijd bij als je iets koopt.

Betekenissen van de kinderen. Welke activiteiten vonden de kinderen interessant en geslaagd?

Barendine: Het samen spelen in het postkantoor, het praten over het thema m.b.v. echte materialen, het luisteren naar verhalen over de post en het spel aan de verteltafel.

Janneke: Welke betekenissen heb je dan gehoord- geef kort enkele voorbeelden, welke betekenissen zijn veranderd in het thema- ging het vooral over hun eigen ervaringen moet je daar bijvoorbeeld nog beter op inzetten, omdat de kinderen net starten op school. Waar gaan die gesprekken van de kinderen nu over? Gaat het bv over voor wie is de kaart of juist over ver weg en dichtbij- op welk niveau vinden de gesprekken plaats- pak je observatie model van gesprekken erbij.

Doelen. Welke doelen zijn gerealiseerd?

Barendine: In hun eigen tempo hebben de kinderen de fasen van manipulerend spel, doen alsof en eenvoudig rollenspel doorlopen. Het lukte m.b.v. echte materialen en tijdens het spel in het kantoor om in gesprek te gaan over het thema.

Janneke: Maak een onderscheid tussen brede doelen en specifieke doelen. Pak het observatiemodel van spel erbij, want daar liggen je doelen als ik dat zo zie. Je gaat dan schrijven over c taaldenken en d en e van het model. Gekoppeld aan activiteiten- wat gebeurde er in de groep. Wat er met individuele kinderen gebeurde staat al in het logboek/kinderdagboek. En verder vanuit het r/w model welke tal-doelen kwamen aanbod- er was sprake van het leggen van de een-een relatie. En welke woordenschat is behaald.

Wat neem je mee naar het volgende thema?

Janneke: Je weet de cirkel en het observatiemodel zijn aan elkaar gekoppeld- in het model herken je een taartpunt uit de cirkel. Zo formuleer je het nieuwe aanbod ahv van wat je zag.

Barendine: De binnenste cirkel blijft de basis van waaruit we nieuwe activiteiten kunnen ondernemen tijdens het nieuwe thema. Voor de kinderen die nieuw binnen stromen in de klas zal de binnenste cirkel centraal staan.

Janneke: Dit is eigenlijk altijd aan de orde. Het gaat er meer om bijvoorbeeld: wat heb je gehoord in de gesprekken – dat kan zijn ze praten vooral in het hier en nu, ga je dan in het nieuwe thema meer rederingen opbouwen.

Inhouden
Janneke: Ik begrijp ik dat je dit lastig vindt omdat je eigenlijk nog preciezer moet kijken naar de opbrengst van het post thema.

Doelen

Activiteitenaanbod
De verteltafel

Leeromgeving, materialen en middelen
Het prentenboek “nog 100 nachtjes slapen”.
Lapjes stof.

Eigen rol
Rol: model.
Een uitdagende leeromgeving bieden waarin alle kinderen zich vrij voelen en uitgedaagd worden om uit hun comfort zone te komen.

Andere voornemens
Voorlees ontbijt.
Bezoek aan de bibliotheek.
(groot)Ouders uitnodigen als gast in de klas om te komen voorlezen.

Tip: Ga echt de matrix invullen!! Je kunt niet evalueren als je het niet precies van tevoren hebt geformuleerd. Schrijf de inhouden goed op- wat gaat er in ieder geval aan de orde komen. Vertrek vanuit de activiteit en kies daarbij wat er breed en specifiek te leren valt (eigenlijk de laatste twee delen uit het observatiemodel – D en E ) – de andere 3 onderdelen ( A-B- C) heb je namelijk al neergezet bij je algemene themaplanning en anders doe je dat dubbelop en zet je ook weer preciezer neer bij het logboek voor specifieke kinderen.

Zo dan. Het is een heel verhaal geworden deze laatste keer. Ik heb er direct ook een goed voornemen uit gehaald Barendine. We zullen in de HOREB digitaal een voorbeeld themaplanning en thema-evaluatie opnemen, dan komen al deze dingen waarover we nemen schrijven aan de orde.

Bedankt voor de mooie samenwerking!

Janneke

Tags: , ,