Onderzoekers in beeld: Chiel van der Veen

Een bijdrage van Chiel van der Veen (Vrije Universiteit Amsterdam).

Van meet af aan is er bij de ontwikkeling en invoering van Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO) sprake van een wederkerige relatie tussen theorie en praktijk. De samenwerking tussen onderzoekers, nascholers en leerkrachten heeft ervoor gezocht dat het OGO-concept in de afgelopen jaren gedegen is uitgewerkt. Samenwerking veronderstelt ook altijd het delen van kennis, ervaring en motieven. Dat hierbij sprake dient te zijn van wederkerigheid, is in de afgelopen jaren duidelijk geworden: onderzoekers delen hun kennis met leerkrachten en nascholers; leerkrachten en nascholers delen hun ervaringen weer met onderzoekers. De OGO-Academie vormt hierbij als platform een belangrijke schakel tussen de verschillende partijen.

Het delen van kennis en ervaring is echter geen vanzelfsprekendheid. Maar al te vaak zijn onderzoekers niet op de hoogte van de vragen die in de onderwijspraktijk leven. Omgekeerd stroomt veel van de kennis die voortkomt uit onderzoek, niet door naar de onderwijspraktijk. De rubriek ‘Onderzoekers in beeld’ is een eerste stap in het delen van kennis die voortkomt uit wetenschappelijk onderzoek. Diverse onderzoekers zullen zich in deze rubriek voorstellen, beschrijven met welke onderzoeksprojecten zij bezig zijn en wat dit aan kennis en inzichten oplevert. Uiteindelijk is het mijn verwachting dat dit zal leiden tot een verdergaande samenwerking en community building, nu en in de toekomst. In dit artikel heb ik de eer de spits af te bijten en deel ik graag waar ik in mijn huidige onderzoeksproject aan de Vrije Universiteit mee bezig ben.

Als leerkracht en onderwijspedagoog is de ontwikkeling van mondelinge taalvaardigheid, bij met name jonge kinderen, een onderzoeksterrein dat mij blijft boeien en tevens diverse vragen oproept. Uit onderzoek van het Expertise Centrum Nederlands blijkt bijvoorbeeld dat er in het primair onderwijs weinig systematisch aandacht wordt besteed aan het stimuleren van de mondelinge taalvaardigheden van leerlingen. Uiteraard praten leerlingen met elkaar en met de leerkracht, maar het is daarbij niet vanzelfsprekend dat zij de kennis, vaardigheden en houdingen ontwikkelen die hen in staat stellen effectief te communiceren. In mijn huidige onderzoeksproject ga ik na op welke manier leerkrachten de ontwikkeling van die mondelinge taalvaardigheid bij jonge kinderen (4-7 jaar) kunnen stimuleren. Daarbij ben ik vooral geïnteresseerd in de effecten van een strategie waarbij het systematisch modellen van de mondelinge taalvaardigheid van jonge kinderen centraal staat. Hierbij maak ik gebruik van de idee van revoicing dat door Sarah Michaels en Catherine O´Connor is geïntroduceerd. Simpel gezegd betekent revoicing dat leraren de taal van kinderen op een hoger niveau teruggeven en daarbij leerlingen in een gesprek ook positioneren (X zegt dat, maar Y zegt dat; wat denk jij?). In mijn onderzoek wil ik de idee van revoicing verder uitwerken en ook gaan kijken hoe dit in de onderwijspraktijk vorm kan worden gegeven. Dit moet uiteindelijk resulteren in een praktische toolkit die leerkrachten in hun praktijk kunnen gebruiken. Uiteraard is nauwe samenwerking met leerkrachten hierbij essentieel. Daar ligt ook gelijk een vraag aan u, als lezer van deze nieuwsbrief. De komende vier jaar wil ik leerkrachten intensief betrekken in de verschillende studies van het project. Mocht bovenstaande je interesse hebben gewekt, en je meer wilt weten en/of wilt deelnemen aan dit onderzoeksproject, dan kun je contact met mij opnemen via e-mail: chiel.vander.veen@vu.nl.